Een bewoonde bibliotheek.

In het leegstaande gebouw waar jarenlang de bibliotheek van Doetinchem was gevestigd, woonden tot voor kort een aantal mensen. Ik had het voorrecht om in dit bijzondere pand, waar het licht prachtig binnenvalt, foto’s te maken. In de units van Stijn en Bethany werd ik verrast door een een eigenzinnige inrichtingsstijl, die versterkt werd door de typische kenmerken van het gebouw. Lees wat zij zelf vertellen over het wonen in een anti-kraakpand.
Wij zijn Stijn en Bethany; bijna twee jaar samen.
Stijn heeft zijn eigen hoveniersbedrijf, Bloemendal Tuin, waar hij al zijn passie voor natuur in kwijt kan. Hij bouwt graag zijn eigen meubels en geniet van al het wilde leven in het bos waar hij nu woont.
Ik, Bethany, werk op dit moment in de horeca, maar ben op zoek naar een baan die me meer voldoening geeft. Misschien ga ik wel weer studeren. Ik lees graag de Flow en heb ongeveer drie keer per maand een andere hobby, maar dingen creëren is wel een vast gegeven.
In de oude bieb woonden wij (Stijn, mijn achterneef en ik) met z’n drieën, met allemaal een eigen unit. Stijn woonde net een jaar in de bieb. Mijn achterneef en ik woonden er sinds juni. Omdat het pand verkocht is, moesten we er deze week uit.
Omdat Stijn vorig jaar weg wilde uit De Huet (een wijk in Doetinchem) ging hij op zoek naar iets nieuws. Hij had al eens anti-kraak gewoond. Daardoor had hij snel iets gevonden.

‘Ik lees graag de Flow en
heb ongeveer drie keer per maand een andere hobby,
maar dingen creëren is wel een vast gegeven. ‘

Vaak, als je anti-kraak gaat wonen, krijg je gewoon een lege ruimte. Een gedeelde douche, wc en keukenblokje met kraan is er, maar dat is het dan ook. In de oude bieb hadden we bijvoorbeeld geen stromend water in de units. Met een beetje creativiteit kom je er wel. We kochten een glazen pot met zo’n kraantje. Die vulden we dan bij de kraan in de gemeenschappelijke ruimte.
We maakten zelf lampen (want al die tl-bakken zijn niet erg gezellig), kochten een camping-gasstel en bouwden zelf een soort keukenblok/aanrecht.
Zowel het interieur bij Stijn als bij mij bestond voornamelijk uit gekregen, zelfgemaakte of thrifted spullen. Ik geniet er echt van om op die manier een gezellig huis te maken. Al die bakstenen muren en ‘ouderwetse’ kozijnen begon ik te waarderen. In het bohemien-achtige interieur werden die dingen ineens mooi.
Het leuke aan anti-kraak wonen, is dat je alle ruimte hebt om te doen en laten wat je wilt. Wij hadden beiden zo’n grote unit dat we delen afbakenden om gezellige hoekjes te creëren. We bouwden grote schermen van pallets en houten platen. Die fungeerden dan ook als kast.
Stijn koopt of maakt dingen vaak op gevoel. Hij heeft niet direct een stijl als uitgangspunt, maar verzamelt wat hij mooi vindt.
Ik houd erg van de bohemien-stijl. Grote tapijten, plantjes en veel donkere kleuren. Maar ik bouw mijn interieur niet op één stijl. Daarvoor vind ik te veel stijlen leuk en heb ik veel dingen die ik leuk vind, maar die niet direct bij elkaar passen. En dat vind ik juist wel weer leuk.

‘In het bohemien-achtige interieur
werden die dingen ineens mooi.’

We vinden het beiden erg jammer dat we uit de oude bieb moesten, maar verhuizen heeft ook weer z’n leuke kanten: weer een nieuw huis eigen maken.
Stijn heeft een prachtige plek gevonden in het bos, en ik ga nog even hard zoeken naar iets nieuws.
Onze tip als het op wonen aankomt: vorm je interieur met de dingen die JIJ mooi vindt; uiteindelijk is het de plek waar jij je fijn moet voelen. En check vooral kringloopwinkels, vaak vind je daar de mooiste en unieke dingen (en ook nog goedkoop)!