Op een regenachtige maandag in november reed ik naar het midden van het land, om mijn nicht Sanne te bezoeken. Lang geleden hield ik haar vast als een klein baby’tje, later was zij ons bruidsmeisje. Een periode lang was ze te vinden op verschillende plekken in de wereld, maar inmiddels is ze behoorlijk honkvast. En heeft ze een man, en bijna een kind. Een leuk huis heeft ze ook.
Samen met Joost, woon ik, Sanne, in dit huis. In het dagelijks leven werk ik als maatschappelijk werker in een vrouwenopvang. Joost is zelfstandig architect. Drie en een half jaar geleden zijn we hier komen wonen. We gingen toen als stel voor het eerst samenwonen. We wisten al zeker een half jaar van te voren dat we deze flat zouden krijgen. De flat werd toen nog gerenoveerd. We hebben samen veel tijd gestoken in bedenken hoe we ons huis zouden inrichten. Het werd een gezamenlijke hobby. Joost zette het flatje in een programma waarbij we het 3d te zien kregen en veel beter een idee kregen over hoe in te richten. We zochten een mooie vloer, behangetjes, stemden onze woonsmaken op elkaar af. We hebben een aantal meubels opgeknapt. Het was een ontzettend leuke voorbereidingstijd.
‘Het voelt
als een warme plek
waar we graag zijn.’
Deze flat, op deze plek, kregen we, omdat we samen met 7 anderen ergens wilden gaan wonen waarbij we in de buurt iets kunnen betekenen. De woningbouwvereniging wees deze flat aan, een seniorenflat. Met die 7 anderen vormen we een woongroep en we hebben allemaal ons eigen flatje in dit grote appartementengebouw. Ons doel is dat buren elkaar ontmoeten, de band met elkaar versterken en er zo voor elkaar kunnen zijn. Dat doen we door maaltijden te organiseren, koffie-momenten, een moestuin bij te houden etc. Het is bijzonder om zo te wonen; we genieten van veel contacten met mensen dicht in de buurt.
De flat was helemaal kaal toen we erin kwamen. Ik vond dit vooral een voordeel, we konden het naar eigen smaak inrichten. Om de flat wat eigenheid te geven (het is tenslotte nogal rechttoe rechtaan) hebben we er houten deurtjes met glas in laten zetten.
In de afgelopen maanden hebben ons huis weer op z’n kop gezet, omdat we een kindje verwachten. Joost moest met zijn kantoor de deur uit, we hebben onze slaapkamer verwisseld en een babykamer ingericht. De verf op de muren en vloerbedekking zijn nieuw, meubels hebben we gekregen of via marktplaats op de kop getikt. We hebben 2 kasten en een ledikantje opgeknapt. Afgelopen zomer hebben we extra aandacht aan ons grote balkon gegeven; tuinmeubels gekocht, een vlonder neergelegd en een zonnescherm opgehangen. We hebben 101 ideeën over hoe we het huis nog leuker kunnen maken. Zo staan er een tafel en een stoel in de kelder te wachten op een opknapbeurt.
We komen erachter dat we voor dezelfde kleuren blijven vallen. Oud-lichtblauw en geel komen steeds weer terug. Dat is sterk in de woonkamer, maar ook in de slaap- en babykamer vind je die kleuren terug. Ik houd erg van kleur en van retro/vintage. Joost houdt veel meer van strakke vormgeving. Hij vindt retro in een nieuw jasje vaak ook mooi.
‘In de afgelopen maanden
hebben we ons huis weer
op z’n kop gezet,
omdat we een kindje
verwachten.’
Qua stijlen meubels is het een allegaartje (van een oude designbank tot een landelijke kast), maar ik vind het leuk bij elkaar staan, omdat de kleuren op elkaar afgestemd zijn. Ook staan er allerlei stijlen servies, lijstjes en kaarsenstandaards door elkaar heen. Ik denk er niet teveel over na en zet gewoon naast elkaar neer wat ik leuk vind staan. Planten vinden we allebei heel leuk, Joost zorgt ervoor dat ze blijven leven.
We dromen graag over andere huizen, vaak zijn ze een stuk charmanter dan deze flat. Toch denk ik dat we hier nog wel een paar jaar zullen blijven wonen. We zeggen heel vaak tegen elkaar dat we zo blij zijn met dit huis. Het voelt als een warme plek waar we graag zijn.